Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
Migratie is momenteel een van de belangrijkste thema’s in de politiek, maar hoe ging Nederland in de vroegmoderne tijd om met vluchtelingen en migranten? Lotte van Hasselt onderzocht deze vraag in haar proefschrift 'Deserving Refugees? The Evolution of a concept in the Dutch Republic', waarop zij eind januari promoveerde.

‘Ik ben altijd geïnteresseerd geweest in hoe mensen een plek achter zich laten, ergens anders een nieuw thuis creëren en interactie hebben met de lokale bevolking’, vertelt Van Hasselt. ‘Vanuit deze nieuwsgierigheid ontstond ook de hoofdvraag van mijn proefschrift: wie verwelkomen we en wanneer helpen we hen?’

Ouderen en misdadigers

In haar onderzoek richt Van Hasselt zich op vier groepen die naar Nederland toekwamen: mensen uit het Zuiden van de Republiek die naar het Noorden trokken, mensen uit de Paltsgraafschap in het Heilige Roomse Rijk, Hugenoten die vanuit Frankrijk naar Nederland kwamen en protestanten uit Salzburg die zich vestigen in Zeeland. Per groep onderzocht ze hoe er over hen gesproken werd en wat voor hulp zij ontvingen. ‘Ik ontdekte dat de locatie waar mensen vandaan kwamen heel bepalend was voor het label dat zij opgeplakt kregen. Je ziet dat mensen afkomstig uit het Heilige Roomse Rijk vaker als emigrant worden aangeduid. Tegelijkertijd werden mensen uit Frankrijk, die voor de Franse koning waren gevlucht, vaker vluchteling genoemd, terwijl beide groepen om religieuze redenen en vervolging hun land verlieten.’

Het onderscheid tussen de benaming van emigrant en vluchteling betekende volgens Van Hasselt echter niet dat de één of de ander meer hulp ontving.  ‘Tegenwoordig hebben we in verdragen afgesproken dat mensen die vluchten voor oorlog of vervolging als vluchteling worden erkend, en dat zij recht hebben op asiel en andere hulp. Een duidelijk kader of dergelijke verdragen bestonden vroeger niet, maar desondanks waren er wel duidelijke ideeën over wie wel en wie geen hulp verdiende. Dit was alleen niet gekoppeld aan die term.’

Als voorbeeld noemt ze de deserving poor: mensen die het slachtoffer van iets waren geworden, wat ook de benefactor zou kunnen overkomen. ‘Ouderen werden in dat kader doorgaans geholpen, want uiteindelijk wordt iedereen oud. Daarentegen was er weinig bereidheid om mensen te helpen die in de gevangenis zaten. Op collectes voor gevangenen werd amper werd gereageerd.’

Politiek

Naast de terminologie, besteedt Van Hasselt ook aandacht aan belangrijke momenten in de geschiedenis waarop vluchtelingen werden ontvangen. Volgens haar is duidelijk te zien dat de politieke situatie in de Nederlanden een grote rol speelde in hoe er met deze groepen werd omgegaan. ‘Zo was er een grote groep vluchtelingen afkomstig uit het Paltsgraafschap aan de Rijn in het Heilige Roomse Rijk. De groep bestond voornamelijk uit arme predikanten, en de bestuurders in de Republiek bang waren dat ze hier niet voor hen konden zorgen en hen hier liever niet hadden.’

In sommige gevallen werden vluchtelingen juist wel opgenomen. Als voorbeeld noemt Van Hasselt de Hugenoten die aan het einde van de zeventiende eeuw Frankrijk ontvluchten. ‘Het opnemen van deze vluchtelingen paste heel erg in de politiek van Willem III, die op dat moment de Republiek bestuurde en niet wilde dat het leger werd afgebouwd in zijn strijd tegen Lodewijk XIV.’

Ook ziet Van Hasselt dat de retoriek over de verschillende groepen doorlopend verandert. Aan het begin van de achttiende eeuw trekteen groep mensen vanuit Salzburg (nu Oostenrijk) naar Nederland. In de eerste instantie worden zij volop geprezen om hun werkethiek en hoe vroom ze zijn. Als de integratie na een tijdje toch moeizaam lijkt te verlopen, verandert dat beeld volledig. ‘De groep werd neergezet als lui en zouden helemaal niet willen werken; het waren toen ineens vooral economische gelukszoekers’, zegt Van Hasselt.

In die zin valt er volgens Van Hasselt ook een parallel te trekken met de huidige tijd.  ‘Ik heb natuurlijk geen onderzoek gedaan naar de huidige tijd, maar ik denk dat de toon en het debat dat we nu over vluchtelingen hebben niet zo gek veel verschilt ten opzichte van vroeger. Het kan heel snel veranderen en de politieke en economische situatie van een land blijft heel belangrijk over onze opvatting naar migranten en vluchtelingen.’