11 september 2025
In zijn onderzoek baseert Deuze zich op honderden rapporten over het welzijn van mensen werkzaam in de creatieve sector. Daarnaast heeft hij gesprekken gevoerd met talrijke makers en beroepsverenigingen.De resultaten liegen er niet om: bijna twee derde van de ondervraagden geeft aan dat hun werk leidt tot mentale en fysieke klachten – veel meer dan in andere sectoren gangbaar is. ‘Het merkwaardige is dat een even groot percentage aangeeft dat ze ontzettend blij zijn met hun werk en er ontzettend veel voldoening uit halen. Het werk dat ze blij maakt, zorgt er dus ook voor dat ze ziek op de bank belanden.’
De passie die de werknemers voor hun vak hebben, is volgens Deuze een tweesnijdend zwaard. ‘Mensen leven echt voor hun werk, en omdat die passie zó groot is, vereenzelvigen ze zich ook met wat ze doen. Wanneer je dat doet, is het ontzettend moeilijk om daaruit te stappen en te erkennen dat het niet goed gaat. De intrinsieke motivatie voor je werk zit dan eigenlijk je eigen welzijn in de weg.’
Om in kaart te brengen waarom het werk zo belastend is, paste Deuze een model toe dat collega-onderzoeker dr. Karen Nieuwenhuijsen ontwikkelde voor onderzoek naar het mentale welzijn van geneeskundestudenten. ‘Dit bleek bijzonder goed toepasbaar op de creatieve sector. Het grootste probleem zit namelijk in de manier waarop het werk is georganiseerd. Daarin zijn drie factoren te onderscheiden die een centrale rol spelen. Allereerst is er een disbalans tussen wat mensen in hun werk stoppen en wat ze ervoor terugkrijgen. Hierbij gaat het niet alleen om een fatsoenlijke betaling, maar ook over erkenning en waardering.’
‘Het tweede punt is de onrechtvaardigheid in de sector. Het idee bestaat dat als je maar goed genoeg bent, je uiteindelijk succes hebt. De praktijk wijst echter uit dat dat niet het geval is, en dat het draait om vriendjespolitiek of ellebogenwerk. Als je die onrechtvaardigheid maar lang genoeg meemaakt, gaat dat op een gegeven moment aan je knagen.’
Ten slotte spreekt Deuze van een ongewoon hoge werkdruk in het werkveld. ‘Er zijn uiteraard deadlines waar mensen aan moeten voldoen, maar je ziet ook dat hier geen periodes van rust tegenover staan waarin mensen kunnen opladen. Het is in de creatieve sector “door, door, door”, en met de komst van social media is dat alleen maar erger geworden.’
De intrinsieke motivatie voor werk zit dan eigenlijk je eigen welzijn in de weg.Hoogleraar mediastudies Mark Deuze
Dit alles samen leidt tot een giftige cocktail die resulteert in een verziekte werkomgeving waar de afgelopen jaren meermaals over is gepubliceerd, met het rapport van de Commissie-Van Rijn als recent ijkpunt. Toch heeft het spraakmakende rapport volgens Deuze nog niet tot een kentering geleid. ‘Dat rapport zie ik vooral als een verslag van de symptomen van een verziekte werkcultuur. Mensen werken in een zieke omgeving en daaruit vloeit allerlei ellende zoals grensoverschrijdend gedrag en discriminatie. Als we echt wat willen veranderen, moeten we beginnen bij de drie oorzaken die ik noemde.’
Maar hoe doe je dat? Hoe breek je een werkcultuur op die al decennia verankerd lijkt in de creatieve industrie? Deuze: ‘Het belangrijkste is dat werknemers zich gaan verenigen. Dat kan via een vakbond, een beroepsvereniging of desnoods online. Beperk je ook niet tot één beroepsgroep, want de misstanden vinden sectorbreed plaats. Filmmakers, muzikanten, journalisten – ze krijgen er allemaal mee te maken.’
Daarnaast maakt Deuze een onderscheid tussen wat individueel en sectorbreed gedaan kan worden. ‘Het is moeilijk, dat blijkt ook uit alle rapporten, maar blijf kritisch – ook op jezelf. Investeer in emotionele geletterdheid, ontdek wat je triggers zijn en probeer dat bespreekbaar te maken. Leer het ook in je collega’s herkennen en te zien wanneer het echt niet goed met iemand gaat.’
Kijkend naar het bredere plaatje liggen er ook nog genoeg kansen voor verbetering, , stelt Deuze, met name op de implementatie van protocollen die moeten zorgen voor een veiligere werksfeer. ‘Kijk, het is niet zo dat er niks gebeurt: alleen in Nederland heb je al meer dan twintig verschillende sectoroverstijgende werkafspraken. Maar wanneer je mensen vraagt wat ze daar in de praktijk van merken, is dat heel weinig. Eigenlijk mist de media-industrie professioneel management dat ervoor zorgt dat het nieuwe beleid ook goed wordt uitgevoerd.’