Bijna drie eeuwen geleden werd in het huiskamertoneel van Baron van Slingelandt in kleine kring mee gedemonstreerd hoe theater werkte. De decors zijn gemaakt door de decorschilders van de toenmalige Amsterdamse stadsschouwburg, waarvan door brand niets meer bewaard is gebleven. Bij het toneel horen acht 18de-eeuwse en zes 19de-eeuwse romantische decors.

Landschap als decor 

De kleine versie van een schouwburg, compleet met schuivende coulissedecors, inspireerde kunstenaars Arne Hendriks en Josef Zappe tot het maken van een replica. Zij onderzoeken de werking van het kamertoneel en brengen dat in verband met de actuele realiteit. Net zoals mensen aan de touwtjes trekken van theaterdecors, doen ze dat ook bij de inrichting van de natuurlijke omgeving. Arne Hendriks is regelmatig in de tentoonstelling aan het werk en gaat daarbij graag met het publiek in gesprek. 

In 3D door het Stedelijk Museum anno 1922 

Aan het eind van de negentiende eeuw vraagt het opkomende realisme en modernisme om een andere benadering van theatervormgeving. Het Stedelijk Museum in Amsterdam presenteerde een grote internationale tentoonstelling over scenografie: acht zalen vol nieuwe en vaak revolutionaire ideeën. 

Architect H.Th. Wijdeveld (1885-1987) en vormgever Frits Lensvelt (1886-1945) speelden een belangrijke rol bij de realisatie. Gedurende een aantal maanden zetten zij alles op alles om acht zalen op de bovenverdieping van het Stedelijk Museum te vullen met decor-, kostuum- en theaterontwerpen van ongeveer honderd Europese en Amerikaanse kunstenaars. 

In dit bedrijf kun je een reconstructie van deze tentoonstelling bekijken. Er zijn verschillende van de in 1922 getoonde ontwerpen te zien, inclusief een selectie uit de (Aziatische) maskers die Wijdeveld en Lensvelt uit een Leids museum over lieten komen. Daarnaast is er een virtuele reconstructie in 3D gemaakt. Je kunt dus als het ware door de tentoonstelling heenlopen.